Een tijdje terug liep ik van de natuur te genieten op het
landgoed Nieuw Leeuwenhorst bij Noordwijkerhout. (Een terrein van Het
Zuid-Hollands Landschap, lidmaatschap van harte aanbevolen.) Al mijmerend
rees de vraag waar dat "Nieuw" op sloeg. Is er ook een Oud Leeuwenhorst? Ik
was het in ieder geval nog nooit tegengekomen.
De kwestie kwam weer onder mijn aandacht toen ik een poosje later
toevallig een heel oud kaartje van dat gebied onder ogen kreeg. Uit
veertienzoveel. Even ten zuiden van Noordwijkerhout stond een minuscuul
kasteeltje getekend, met de aanduiding "Leeuwenhorst". Ik had de indruk dat
het niet op de goede plaats lag.
Beunhazen
Nu stond de cartografie in die tijd nog in de kinderschoenen. De
techniek van driehoeksmeting, die nauwkeurige kaarten mogelijk maakte, zou pas
in de loop van de 16de eeuw in zwang komen. Er waren trouwens ook toen nog,
naast echte vaklui zoals de beroemde Willem Jansz. Blaeu (1571-1638), heel wat
beunhazen. Zo blijkt een kaart van noord-west Nederland, uitgegeven in 1778,
een kopie van een kopie te zijn van een origineel uit 1575 (!)
. "Vernieuwde kaart ...", zegt de uitgever erbij, "... met alle
naauwkeurigheid gevolgd". Klopt, want de trekvaart Leiden - Haarlem, die toen
al honderd jaar bestond, staat er niet op! De kaart zit trouwens vol met forse
vervormingen, die een zeer gebrekkige techniek verraden. Om een en ander te
maskeren heeft de tekenaar zijn schepping verluchtigd met afbeeldingen van
indrukwekkende landmeetkundige instrumenten. Ook in de 18de eeuw moest je als
consument uit je doppen kijken.
Stenen palen
Maar ik dwaal af. Na wat gepuzzel slaagde ik erin, de coördinaten
van het middeleeuwse kaartje over te brengen op een moderne stafkaart. Ik kwam
uit op een plek ten oosten van het huidige landgoed, ergens tussen de N206 en
de Haarlemmertrekvaart. Het was aan het eind van een doodlopend weggetje. Ik
meteen erop af.
(Voor wie nu ook de kriebels krijgt: vanaf de kruising N206
met de weg Voorhout - Noordwijk-Binnen loopt een smal landweggetje, de Leeweg,
ongeveer evenwijdig aan de eerstgenoemde weg. Na anderhalve kilometer ga je
een viaductje onderdoor en dan ben je op het punt waar mijn verhaal nu beland
is.)
Het doodlopende weggetje had ik al gauw gevonden. Het begin ervan
werd geflankeerd door twee heel oude, stenen palen met het opschrift "LEEUWEN
HORST". Weliswaar leidde het alleen maar naar een manege, maar mijn dag
kon niet meer stuk!

Ingang (Oud) Leeuwenhorst, Noordwijkerhout
Thuis onmiddellijk alle atlassen gemobiliseerd en op een
stafkaart uit 1850 bleek op die plek de naam "Oud Leeuwenhorst" vermeld te
staan. De beide Leeuwenhorsten vormden destijds één groot landgoed met als
centrale as de Leeuwenhorsterlaan, lopend van de Haarlemmertrekvaart tot het
huidige Westeinde, achter Nieuw Leeuwenhorst.
Protserig
Een artikel in nummer 1999-2 van het tijdschrift van Het
Zuid-Hollands Landschap zorgde voor de ontbrekende détails. De naam van het
landgoed is een verbastering van "Leehorst", afgeleid van het water de Lee, de
"voorloper" van de Haarlemmertrekvaart. In de late Middeleeuwen was het
aanvankelijk een cisterciënzer abdij; het werd in de Tachtigjarige Oorlog
verwoest en daarna verrees op die plek een landhuis.
Op een goede stafkaart is de ringvormige slotgracht nog terug te
vinden. Een smalle langwerpige strook bos, eindigend bij de trekvaart en vanaf
het jaagpad goed zichtbaar, is een overblijfsel van de hoofdweg van het
landgoed. Die weg schijnt vroeger helemaal naar het slot Teijlingen te hebben
gelopen.
In de franse tijd werd het oude landhuis opnieuw verwoest en het
is daarna niet meer herbouwd. Ervoor in de plaats kwam het huis Klein
Leeuwenhorst; het is nog steeds te bewonderen vanaf de Gooweg. Aan de
westzijde van die weg werd later in de negentiende eeuw de derde versie, Nieuw
Leeuwenhorst, gebouwd. Het moet een nogal protserig geval zijn geweest,
waarvan de stijl nog voortleeft in het oude koetshuis. De rest is in de Tweede
Wereldoorlog door de duitsers afgebroken.
Het hele wegenpatroon laat zien dat het landgoed vroeger een
dominerende positie had in de buurt. Er bestond een directe verbindingsweg met
Noordwijkerhout en vandaar verder naar de Piet-Gijzenbrug, waar in de vorige
eeuw nog een spoorwegstation lag. De verbinding met het dorp is niet meer in
gebruik maar bestaat, op een onderbreking door de N206 na, nog steeds. Het
gedeelte in het dorp heet tegenwoordig "De Vlashoven".
Struikrovers
Als je op het landgoed over de restanten van de
Leeuwenhorsterlaan loopt, een zandpad, maar breed en statig, dan krijg je even
een indruk hoe vroeger alle doorgaande wegen in ons land er uit
hebben gezien. Zonder motorlawaai, stank en files. Maar misschien wel met
struikrovers. Iedere tijd heeft zijn voor- en nadelen.